ACHTERHOEK – ‘De rivier had geen duidelijke oevers – het was gras, eerst, en dan dadelijk, haast even hoog, het water, dat geluidloos en snel voortgleed. Dat was moeilijk te zien, dat voortglijden; er dreef niets in dat water; het was zo schoon als gewreven glas.’
klik hier voor het originele artikel